Blog Post

De echtscheiding en het belang van een testament.

VHN Notarissen • Nov 30, 2021

Waarom een testament maken tijdens of na een echtscheidingsprocedure? 



Het aantal scheidingen neemt toe. Bij een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden is automatisch sprake van een zogenoemde huwelijksgemeenschap, ook wel ‘gemeenschap van goederen’ genoemd. Zie over de gemeenschap van goederen ook uitgebreid Met Recht Geregeld 2020-02.
In dit artikel zal worden ingegaan op de invloed van een scheiding op de huwelijksgemeenschap (zie hierover ook Met Recht Geregeld 2020-28) en het belang van een testament. Dit geldt zowel voor een scheiding tussen gehuwden als tussen geregistreerd partners, dus waar wordt gesproken over gehuwden moet ook geregistreerd partners worden gelezen.

 

Zie over de (procedure van) echtscheiding en de gevolgen daarvan voor het dagelijkse leven(sgenot) en voor de toekomst, ook Met Recht Geregeld 2020-26.



Echtscheiding? Einde van de huwelijksgemeenschap

Als u trouwt, ontstaat er een zogenaamde ‘huwelijksgemeenschap’. Welke goederen en schulden van u als echtgenoten wel of niet in deze gemeenschap vallen, is onder meer afhankelijk van de vraag of het huwelijk vóór of na 1 januari 2018 is gesloten, en of er bij de notaris huwelijkse voorwaarden zijn opgemaakt.
Een belangrijk gevolg van een echtscheiding is, dat deze huwelijksgemeenschap daarmee eindigt.
 

Indien u een huwelijk heeft gesloten vóór 1 januari 2018, en geen huwelijkse voorwaarden heeft laten opmaken, geldt de algehele gemeenschap van goederen. Deze gemeenschap bevat zowel de bezittingen die vóór het huwelijk van u privé waren (ook wel huwelijksaanbrengsten genoemd), alsook verkrijgingen uit erfenissen en schenkingen en alles wat tijdens het huwelijk wordt opgebouwd.
Indien u een huwelijk heeft gesloten na 1 januari 2018 of indien u uw huwelijkse voorwaarden na die datum opheft, geldt een beperkte gemeenschap van goederen. De beperkte gemeenschap is in die zin anders dan de algehele gemeenschap, dat huwelijksaanbrengsten en erfenissen of schenkingen niet in deze gemeenschap vallen, maar van u privé blijven (zie over het verschil tussen de algehele en beperkte gemeenschap van goederen ook Met Recht Geregeld 2020-02 en 2020-28). Van dit wettelijke systeem kan overigens worden afgeweken door het maken van huwelijkse voorwaarden bij de notaris (zie hierover ook Met Recht Geregeld 2020-07).  

 

De echtscheiding: twee belangrijke momenten

Er zijn twee belangrijke momenten bij de juridische procedure van echtscheiding. Namelijk:
(1) het moment van indienen va het verzoek tot echtscheiding, en
(2) de inschrijving van de rechterlijke beschikking tot echtscheiding.
Door het verzoek wordt de gemeenschap van goederen ontbonden maar blijven u en uw echtgenoot nog wel getrouwd. Pas door de inschrijving van de rechterlijke beschikking is het huwelijk ook echt beëindigd.

 

(1) Verzoek tot echtscheiding: einde gemeenschap

De procedure tot (echt)scheiding begint met het indienen van een verzoek tot echtscheiding. Op dat moment wordt de gemeenschap van goederen ontbonden, waardoor alles wat eerst gemeenschappelijk was, nu van ieder van u als echtgenoten voor de helft is. Een van de gevolgen is dat wat u óf uw echtgenoot daarna verdient, erft of krijgt geschonken, niet meer gemeenschappelijk wordt. Dit wordt privé-eigendom van de betreffende echtgenoot. Dit alles betekent niet dat de onderhoudsplicht van u als echtgenoten jegens elkaar ook niet meer bestaat: die plicht blijft bestaan, vaak door de plicht tot betaling van alimentatie (ook nadat de echtscheiding juridisch een feit is).

 

Daarna komt de procedure bij de rechter. Bij de rechter moeten door u en uw echtgenoot op allerlei gebieden afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld ten aanzien van minderjarige kinderen, de verdeling van de voorheen gemeenschappelijke goederen, de pensioenen en de alimentatie. Zie hierover ook Met Recht Geregeld 2020-26.

 

(2) Rechterlijke beschikking: einde huwelijk

Na de rechtsgang volgt een beschikking van de rechter tot echtscheiding. Deze beschikking moet op verzoek van beide echtgenoten of één van u, ingeschreven worden in de registers van de burgerlijke stand. Hiertegen kan nog worden geprocedeerd en pas als de beschikking in zogenoemde ‘kracht van gewijsde’ is gegaan, is de inschrijving definitief. De beschikking is dan niet meer aantastbaar en uw huwelijk is dan definitief beëindigd.

 

Mag uw ‘bijna-ex’ nog van u erven? Het belang van een testament bij echtscheiding!

Zolang u bent gehuwd met uw echtgenoot, bent u elkaars erfgenaam. Heeft u kinderen dan is de wettelijke verdeling van toepassing, tenzij daarvan bij testament is afgeweken (zie over de wettelijke verdeling ook Met Recht Geregeld 2020-06). De wettelijke verdeling houdt in dat uw echtgenoot bij uw overlijden in beginsel alle bezittingen van u erft. Het wettelijke systeem wordt pas buiten werking gesteld als de echtscheiding definitief is (en dus niet al bij het verzoek tot echtscheiding!). Als u dus niet wilt dat uw echtgenoot tijdens de echtscheidingsprocedure van u kan erven, moet u al zodra u het echtscheidingstraject in gaat, een testament maken waarin u uw echtgenoot onterft.

U kunt in een testament ook bepalen dat als een verzoek tot echtscheiding is ingediend, de bepalingen ten behoeve van de langstlevende echtgenoot zullen vervallen.


Toch heeft de langstlevende echtgenoot dan nog bepaalde rechten (de zogenoemde ‘andere wettelijke rechten’), zoals het recht om nog een half jaar in de voormalige echtelijke woning te mogen wonen. Is de echtscheidingsprocedure minder dan één jaar voor het overlijden gestart, dan kan de langstlevende echtgenoot in bepaalde omstandigheden de echtelijke woning en inboedel blijven gebruiken, door daarop een vruchtgebruik te vestigen. Ook op andere bezittingen zou de langstlevende echtgenoot een vruchtgebruik kunnen vestigen, als hij of zij daar voor zijn of haar verzorging behoefte aan heeft en de echtscheidingsprocedure minder dan één jaar voor het overlijden is gestart. Uw notaris kan u hierover nader uitleg geven.

Na het inschrijven van de beschikking tot echtscheiding zijn er geen rechten of plichten meer tussen u en uw ex-echtgenoot.

 

Het is verstandig om tijdens of na de echtscheiding een testament te maken of uw bestaande testament te wijzigen. Als uw minderjarige kinderen uw erfgenamen zijn, heeft de andere ouder (uw ex-echtgenoot) namelijk nog wel het zogeheten ‘ouderlijk vruchtgenot’ van de erfenis van de kinderen, ofwel het rendement daarvan. Als u dit niet wilt, kunt u in een testament het ouderlijk vruchtgenot uitsluiten.

 

Voorbeeld

Anja heeft haar minderjarig kind Bas tot enig erfgenaam benoemd in haar testament. Zij heeft haar ex-echtgenoot Piet (de vader van Bas) nadrukkelijk uitgesloten als erfgenaam. Het ouderlijk vruchtgenot is niet uitgesloten. Als Anja overlijdt, kan Piet bijvoorbeeld aanspraak maken op de rente die Bas ontvangt op een bankrekening, aangezien Piet het vruchtgenot heeft van het vermogen van Bas. Dit had Anja kunnen voorkomen door in het testament op te nemen dat Piet geen ouderlijk vruchtgenot heeft van het vermogen van Bas.

 

Als één van uw kinderen uw vermogen erft en later zelf overlijdt, bestaat de kans dat uw vermogen (via de erfenis van dit kind) alsnog bij uw ex-echtgenoot terecht komt. Ook dit kunt u in een testament voorkomen, door het maken van een zogenoemde ‘tweetrapsmaking’. Uw notaris kan u over de mogelijkheden van deze regeling uitgebreid adviseren.

Ook kunt u in een testament het vermogen van uw kinderen onder bewind stellen tot zij een bepaalde leeftijd hebben bereikt. En u kunt in een testament een executeur benoemen. Er is nog veel meer te regelen in een testament (zie hierover ook Met Recht Geregeld 2020-08 en 2020-09). Ga naar uw notaris en laat u adviseren.

 

Samenvatting en tip

De procedure tot (echt)scheiding begint met het indienen van een verzoek tot echtscheiding. Op dat moment wordt uw huwelijksgemeenschap ontbonden, waardoor alles wat eerst gemeenschappelijk was, nu van iedere echtgenoot voor de helft is. Wat u óf uw echtgenoot daarna verdient, wordt niet meer van u beiden. Dit wordt privé-eigendom van de betreffende echtgenoot.
Let op: de echtscheiding tussen u beiden is pas definitief op het moment van de inschrijving van de rechtelijke beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. Indien u wilt scheiden van uw echtgenoot, dient u zich er dus van bewust te zijn dat u nog steeds echtgenoten van elkaar bent zolang de echtscheidingsprocedure loopt (dus ook nadat u het verzoek tot echtscheiding heeft ingediend bij de rechter!). Dit kan tot gevolg hebben dat als u tijdens de echtscheidingsprocedure overlijdt, uw bijna ex-echtgenoot toch uw erfgenamen is. U kunt dit voorkomen door het maken van een testament.

 

Tip: Ook als uw echtscheiding definitief is, is het aan te raden om een testament te maken. Op die manier kunt u voorkomen dat uw vermogen (bijvoorbeeld via uw kind) alsnog bij uw ex-partner terecht komt. Laat u hierover adviseren door uw notaris.



Aan de inhoud van dit artikel is de uiterste zorg besteed, maar door de beperkte omvang is het onmogelijk om alle facetten en gevolgen van een onderwerp te belichten: het betreft een artikel op hoofdlijnen. Voor informatie over uw specifieke situatie: neem contact met ons op!
VHN Notarissen besteedt de uiterste zorg aan de inhoud van de artikelen, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid in geval van onvolledigheid of onjuistheid van een artikel, noch voor de gevolgen daarvan. 

Dit artikel is ontleend aan Met Recht Geregeld (www.metrechtgeregeld.nl), product van FBN Juristen.

By VHN Notarissen 08 Feb, 2022
Een bezoek aan een notaris is dan toch niet meer nodig?
By VHN Notarissen 08 Feb, 2022
Wat zijn de gevolgen ?
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Pas op; dit kan gevolgen hebben na uw overlijden!
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Via een lijfrente of liever banksparen, en wat zijn de verschillen?
By VHN Notarissen 16 Nov, 2021
U ontvangt een schenking. Heeft dit gevolgen voor uw huurtoeslag, zorgtoeslag of studiefinanciering?
By VHN Notarissen 04 Nov, 2021
Waar teken ik eigenlijk voor ?
By VHN Notarissen 20 Oct, 2021
Waar moet allemaal rekening mee worden gehouden?
By VHN Notarissen 05 Oct, 2021
Hoeveel mag ik belastingvrij schenken aan mijn kind en waar moet ik op letten?
By VHN-Notarissen 05 Oct, 2021
De digitale nalatenschap; hoe heeft u dit geregeld ?
By VHN Notarissen 07 Sep, 2021
Recreatiewoningen zijn steeds meer in trek. De coronacrisis heeft de belangstelling voor de recreatiewoning aangewakkerd. Dit blijkt ook uit de waardestijgingen op de recreatiewoningmarkt die mede zijn veroorzaakt doordat ook prima vanuit een recreatiewoning kan worden thuisgewerkt. Hoewel permanente bewoning van recreatiewoningen op parken bijna nooit is toegestaan, wordt in de praktijk wel degelijk in recreatiewoningen gewoond. Daarom wordt in dit artikel nader ingegaan op de vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt om aftrek van hypotheekrente mogelijk te maken. Op deze manier kan ook fiscaal vriendelijk worden genoten van de recreatiewoning. Criteria voor het zijn van eigen woning Hebt u een recreatiewoning in eigendom, dan kan deze woning fiscaal alleen als eigen woning worden aangemerkt als deze woning voor u als zogeheten hoofdverblijf (zie hierna) dient. Daarbij is van belang dat u samen met uw (eventuele) fiscaal partner niet meer dan één hoofdverblijf kan hebben. Bezit u samen met uw partner meerdere woningen die als hoofdverblijf aangemerkt kunnen worden, dan kunt u samen in uw aangifte(n) Inkomstenbelasting kiezen welke woning als hoofdverblijf moet worden aangemerkt. Dat is in de praktijk meestal de woning waarop de grootste hypotheekrentelast rust. Eigendomseis Een woning die voor u als hoofdverblijf dient, kan als eigen woning worden aangemerkt als u juridisch of economisch eigenaar van de woning bent. U bent juridisch eigenaar van de woning als de woning bij de notaris aan u is overgedragen (geleverd). Economische eigendom is in dit kader eigenlijk niets anders dan de juridische eigendom, maar dan zonder dat de woning aan u bij de notaris juridisch is overgedragen. Bij economische eigendom geniet u de voordelen (waardestijging, gebruik) van de woning en komen de nadelen (kosten, waardedaling) van de woning voor uw rekening. De wet stelt, om te kunnen spreken van (economische) eigendom, als voorwaarde dat de waardeveranderingen van de woning voor minimaal 50% voor uw rekening zijn. U kunt uw notaris of een andere deskundige adviseur om advies vragen of u (economisch) eigenaar bent (geworden) van de woning. Hoofdverblijf Wordt aan de eigendomseis voldaan, dan kan een recreatiewoning als eigen woning worden aangemerkt als de eigenaar de woning als hoofdverblijf gebruikt. Deze situatie zal in de praktijk meer uitzondering dan regel zijn, vooral als de eigenaar de recreatiewoning als tweede woning in gebruik heeft en de rentelasten op de hoofdwoning hoger zijn dan de rentelasten op de recreatiewoning. Een keuze tussen beide woningen zal dan altijd ten gunste van de hoofdwoning uitvallen. De recreatiewoning zal dan samen met een eventuele daarvoor aangegane hypothecaire lening in box 3 als voordeel uit sparen en beleggen worden belast. Dat ongeacht of deze lening is aangegaan met als onderpand de recreatiewoning of de hoofdwoning. Wordt echter de hoofdwoning gehuurd en daarnaast een recreatiewoning gekocht, dan hoeft geen keuze tussen beide woningen te worden gemaakt als beide woningen als hoofdverblijf kunnen gelden. Op de huurwoning rust immers geen hypotheekschuld. De vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt is recent nog in de rechtspraak aan de orde geweest. Voorbeeld 1 uit de rechtspraak X heeft een recreatiewoning in eigendom en wenst dat deze recreatiewoning fiscaal als eigen woning wordt aangemerkt. X verblijft in de weekenden (van vrijdagmiddag tot zondagavond of maandagmorgen), de feestdagen, de schoolvakanties en zijn vrije dagen, in de recreatiewoning (in totaal 170 dagen per jaar). De overige (doordeweekse) dagen verblijft X vanwege zijn werk in een huurwoning. Beide woningen liggen op een enkele reisafstand van 128 km van elkaar. Visite en logees worden alleen in de recreatiewoning ontvangen. De rechter oordeelde in dit geval dat een woning kwalificeert als hoofdverblijf als het aannemelijk is dat die woning de centrale levensplaats is. Waar iemand zijn centrale levensplaats heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Daarbij is volgens de rechter doorslaggevend waar X zijn sociale leven heeft en dat is in de recreatiewoning. Dat X in de omgeving van zijn huurwoning ook boodschappen doet, daar werkt, daar naar de tandarts e.d. gaat, weegt voor de rechter minder zwaar. Opmerkelijk is dat het feit dat de recreatiewoning op grond van het bestemmingsplan niet permanent mag worden bewoond, in deze procedure geen rol heeft gespeeld. Uit deze voor X positieve uitkomst mag niet worden geconcludeerd dat een recreatiewoning relatief eenvoudig als een hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Dat is recent gebleken uit een andere uitspraak (zie hierna voorbeeld 2). Voorbeeld 2 uit de rechtspraak Y heeft twee woningen in eigendom: een recreatiewoning en een hoofdwoning. De recreatiewoning is in de jaren 2001 t/m 2014 in box 3 in aanmerking genomen. Y stond ingeschreven (in de basisregistratie personen) in de plaats van zijn hoofdwoning. De hoofdwoning heeft in het gehele jaar 2015 te koop gestaan. Daarna is de woning verkocht aan Z, die in juli 2016 eigenaar van de woning is geworden. Y heeft in zijn herziene aangiften 2015 en 2016 de hoofdwoning als een leeg te koop staande eigen woning opgegeven en de recreatiewoning als zijn hoofdverblijf bestempeld. Op grond hiervan trok hij de rente die met beide woningen verband hield, in de herziene aangiften 2015 en 2016 in box 1 (het belastbaar inkomen uit werk en woning) af. In deze procedure oordeelt de rechter dat de recreatiewoning niet het hoofdverblijf van Y is en onderbouwt dat met de volgende argumenten. 1. Y heeft nooit op het adres van de recreatiewoning ingeschreven gestaan; 2. Het is verboden de recreatiewoning permanent te bewonen (verblijf van maximaal 180 dagen per jaar is toegestaan), dit verbod wordt strikt gehandhaafd; 3. De recreatiewoning wordt ook deels aan derden verhuurd. Tegen deze argumentatie van de rechter valt echter het nodige in te brengen. Om met het laatste te beginnen: het tijdelijk verhuren van een eigen woning ontneemt volgens de wet aan de woning niet het karakter van hoofdverblijf. Het tweede argument dat permanente bewoning niet is toegestaan, zegt niets over een feitelijk oordeel of een woning iemands centrale levensplaats is (zie ook voorbeeld 1). Het eerste argument vloeit rechtstreeks voort uit het tweede argument en is daarom ook niet relevant. Samenvatting en tip Uit beide voorbeelden uit de rechtspraak komt een ander beeld naar voren hoe wordt beoordeeld of een recreatiewoning als hoofdverblijf kwalificeert of niet dan op grond van de wet zou gelden. Dat is opmerkelijk. Bij lezing van het tweede voorbeeld komt het beeld naar voren dat de rechter van mening lijkt te zijn dat de te koop staande woning in feite het hoofdverblijf was evenals dat in de jaren daarvoor het geval was, omdat Y heeft erkend dat hij om medische redenen een aantal periodes (onbekend is hoeveel dagen in totaal) in die woning heeft verbleven. Dat neemt echter niet weg dat in de uitspraak geen aandacht is besteed aan de in het eerste voorbeeld genoemde maatstaf voor de beoordeling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft, namelijk de centrale levensplaats. De rechter had in de tweede uitspraak ook kunnen overwegen dat Y niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn centrale levensplaats in de recreatiewoning had. Het valt te hopen dat de hoogste rechter zich over deze kwestie een keer uitspreekt, zodat duidelijk is wat de juiste maatstaf is bij de beoordeling of een recreatiewoning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Tip: Overweegt u met geleend geld een recreatiewoning aan te schaffen om daarvan uw feitelijke hoofdverblijf te maken, dan staat bij de huidige stand van de rechtelijke uitspraken niet vast dat de fiscus dat ook zo ziet en de renteaftrek accepteert. Overleg met de notaris of een andere adviseur die u kan helpen bij de beoordeling of de te kopen woning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt.
Meer nieuwsbrieven
Share by: