Blog Post

U ontvangt een schenking. En nu?

VHN Notarissen • Nov 16, 2021

U ontvangt een schenking. Heeft dit gevolgen voor uw huurtoeslag, zorgtoeslag

of studiefinanciering?


U bent in de gelukkige positie dat u een schenking mag ontvangen, maar let op: dit kan gevolgen hebben voor sommige toeslagen! Toeslagen zorgen ervoor dat de ontvanger ervan een bijdrage ontvangt voor bepaalde kosten, zoals huur, zorg en studie. Voordat je recht hebt op deze bijdragen moet je voldoen aan bepaalde voorwaarden.

In hoeverre schenkingen invloed hebben op het voldoen aan deze voorwaarden komt in dit artikel aan de orde.


Huurtoeslag

Om huurtoeslag te kunnen ontvangen, gelden de volgende voorwaarden (cijfers 2021):

-  € 22.700 bij personen jonger dan de AOW-leeftijd die alleen wonen.

-  € 30.825 bij personen jonger dan de AOW-leeftijd die samenwonen. Zij mogen samen niet meer verdienen dan het genoemde bedrag.

-  € 22.675 bij personen ouder dan de AOW-leeftijd die alleen wonen.

-  € 30.800 bij personen ouder dan de AOW-leeftijd. Zij mogen samen niet meer verdienen dan het genoemde bedrag.

  • Uw huur mag niet hoger zijn dan maximaal € 752,33. Zijn alle huurders jonger dan 23 jaar, dan mag de huur niet hoger zijn dan € 442,46, behalve als u een kind heeft dat bij u woont, dan mag de huur toch maximaal € 752,33 bedragen.
  • U huurt een zelfstandige woonruimte;
  • Uw vermogen mag niet te hoog zijn. Onder vermogen valt bijvoorbeeld: (spaar)geld op een bankrekening, het bezit van aandelen, maar ook het bezit van een (vakantie)woning waar u niet zelf in gaat wonen. Om in aanmerking te komen voor huurtoeslag mag de huurder op 1 januari 2021 maximaal € 31.340 aan vermogen hebben. Fiscaal partners mogen op 1 januari 2021 samen maximaal € 62.680 aan vermogen hebben. Het vermogen van kinderen (jonger dan 18 jaar) telt mee bij het vermogen van de ouders. 


Schenkingen verhogen vermogen

Ontvangt u een schenking, dan kan het zijn dat uw vermogen hierdoor stijgt boven de maximale vermogensgrens van € 31.340 (voor alleenstaanden) of maximaal € 62.680 (voor fiscaal partners), en u hierdoor niet (meer) aan de voorwaarden voldoet om huurtoeslag te ontvangen. Als u in de loop van het jaar een schenking ontvangt, heeft dit overigens geen invloed op de toeslagen die u dat jaar ontvangt (het meetmoment van uw vermogen voor dat jaar was namelijk op 1 januari van dat jaar).

 

Zorgtoeslag

Ook voor het ontvangen van zorgtoeslag gelden verschillende voorwaarden:

  • U moet ouder zijn dan 18 jaar;
  • Uw inkomen mag niet hoger zijn dan (cijfers 2021): € 31.138 wanneer u geen toeslagpartner heeft en niet hoger dan € 39.979 wanneer u wel een toeslagpartner heeft.
  • U moet een Nederlandse zorgverzekering hebben afgesloten;
  • U heeft de Nederlandse nationaliteit (of bent legaal in Nederland);
  • Uw vermogen is niet te hoog. De hoogte van uw vermogen is ook voor het ontvangen van zorgtoeslag van belang bij het ontvangen van een schenking. Om zorgtoeslag te kunnen ontvangen, mag uw vermogen op 1 januari 2021 niet hoger zijn dan € 118.479. Fiscaal partners mogen op 1 januari 2021 samen maximaal een vermogen hebben van € 149.819.
  • Het vermogen van kinderen (jonger dan 18 jaar) telt ook voor het verkrijgen van zorgtoeslag mee bij het vermogen van de ouders. Daarnaast geldt ook voor het ontvangen van zorgtoeslag, dat als u in de loop van het jaar een schenking ontvangt dit geen invloed heeft op de toeslagen die u dat jaar ontvangt.

 

Studiefinanciering

Studiefinanciering vormt een bijzondere categorie in dit rijtje, omdat het uit verschillende onderdelen bestaat, namelijk: de basisbeurs (alleen voor mbo-studenten), de aanvullende beurs, de lening en het studentenreisproduct. De ontvanger van studiefinanciering kan zelf bepalen welk onderdeel wordt aangevraagd.


Aanvullende studiefinanciering is onder meer afhankelijk van het aantal studerende broers en/of zussen, het inkomen dat ouders verdienen en of de ouders zelf een studieschuld terugbetalen. Het meetmoment voor het inkomen van de ouders ligt bij het aanvragen van een aanvullende studiefinanciering twee jaar voor het jaar van de aanvraag van aanvullende studiefinanciering. Wanneer de ouders tezamen minder dan € 37.583 (aanvullende beurs mbo) verdienden in 2019, kan een kind in 2021 aanspraak maken op een maximale aanvullende studiefinanciering. Voor de aanvullende beurs hbo en universiteit (2021) geldt een maximale aanvullende studiefinanciering voor kinderen van ouders die samen minder dan € 33.683 verdienden in 2019.


Schenkingen hebben geen invloed op de hoeveelheid studiefinanciering die u kunt ontvangen, in welke vorm dan ook.

 

Let op: vermogensgrenzen worden jaarlijks gewijzigd, dus deze grenzen kunnen afwijken van de cijfers genoemd in bovenstaande tekst.

 

Voorbeeld

U ontvangt huurtoeslag, zorgtoeslag en studiefinanciering. U heeft een spaarrekening met € 20.000 en u heeft geen fiscaal partner. In maart 2021 ontvangt u een schenking van een familielid van € 30.000. Uw vermogen komt hiermee op een totaal van € 50.000, maar u moet over de schenking nog wel schenkbelasting betalen.

De schenking van € 30.000 heeft geen invloed op de toeslagen die u ontvangt in het jaar van de schenking (2021), omdat 1 januari 2021 het meetmoment was en het nieuwe meetmoment 1 januari 2022 is.

Uw vermogen is op dat moment, na het betalen van de schenkbelasting en enkele andere kosten, nog € 40.000. Dit betekent dat u in 2022 geen recht heeft op huurtoeslag, want uw vermogen is hoger dan € 31.340.

U heeft in 2022 wel recht op zorgtoeslag, want uw vermogen is lager dan € 118.479. Ook ontvangt u studiefinanciering, want een schenking heeft geen invloed op de hoeveelheid studiefinanciering die u ontvangt.


Samenvatting en tip

Verwacht u een (grote) schenking waarmee mogelijk de ontvangst van toeslagen in gevaar komt, dan is het verstandig contact op te nemen met een notaris of belastingadviseur. Zij kunnen u adviseren over de mogelijkheden die u heeft om te voorkomen dat u geen recht meer heeft op bepaalde toeslagen. Denk bijvoorbeeld aan het opsplitsen van een schenking in meerdere kleinere bedragen, verdeeld over verschillende jaren. Dit splitsen kan bovendien ook interessant zijn omdat ieder jaar een bedrag van ruim € 2.000, of bij een schenking die afkomstig is van een ouder, een bedrag van ruim € 5.000 vrij van schenkbelasting kan worden verkregen; er wordt dan dus meerdere malen van de jaarlijkse schenkvrijstelling geprofiteerd.
Het splitsen van de schenking kan u dus zowel schenkbelasting besparen, alsook voor zorgen dat u (langer) uw toeslagen kunt behouden.


Heeft u inmiddels al een (grote) schenking ontvangen waardoor u over de betreffende vermogensgrenzen heengaat? Vanaf het jaar volgend op het jaar dat u de schenking heeft ontvangen, kan dit gevolgen hebben voor uw toeslagen. Dus zet deze indien nodig stop, zodat kan worden voorkomen dat u toeslagen moet terugbetalen.

Neemt uw vermogen na verloop van tijd weer af? Misschien heeft u dan weer recht op bepaalde toeslagen, dus houdt uw vermogen goed in de gaten!



Aan de inhoud van dit artikel is de uiterste zorg besteed, maar door de beperkte omvang is het onmogelijk om alle facetten en gevolgen van een onderwerp te belichten: het betreft een artikel op hoofdlijnen. Voor informatie over uw specifieke situatie: neem contact met ons op!
VHN Notarissen besteedt de uiterste zorg aan de inhoud van de artikelen, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid in geval van onvolledigheid of onjuistheid van een artikel, noch voor de gevolgen daarvan. 

Dit artikel is ontleend aan Met Recht Geregeld (www.metrechtgeregeld.nl), product van FBN Juristen.

By VHN Notarissen 08 Feb, 2022
Een bezoek aan een notaris is dan toch niet meer nodig?
By VHN Notarissen 08 Feb, 2022
Wat zijn de gevolgen ?
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Pas op; dit kan gevolgen hebben na uw overlijden!
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Via een lijfrente of liever banksparen, en wat zijn de verschillen?
By VHN Notarissen 30 Nov, 2021
Waarom een testament maken tijdens of na een echtscheidingsprocedure? 
By VHN Notarissen 04 Nov, 2021
Waar teken ik eigenlijk voor ?
By VHN Notarissen 20 Oct, 2021
Waar moet allemaal rekening mee worden gehouden?
By VHN Notarissen 05 Oct, 2021
Hoeveel mag ik belastingvrij schenken aan mijn kind en waar moet ik op letten?
By VHN-Notarissen 05 Oct, 2021
De digitale nalatenschap; hoe heeft u dit geregeld ?
By VHN Notarissen 07 Sep, 2021
Recreatiewoningen zijn steeds meer in trek. De coronacrisis heeft de belangstelling voor de recreatiewoning aangewakkerd. Dit blijkt ook uit de waardestijgingen op de recreatiewoningmarkt die mede zijn veroorzaakt doordat ook prima vanuit een recreatiewoning kan worden thuisgewerkt. Hoewel permanente bewoning van recreatiewoningen op parken bijna nooit is toegestaan, wordt in de praktijk wel degelijk in recreatiewoningen gewoond. Daarom wordt in dit artikel nader ingegaan op de vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt om aftrek van hypotheekrente mogelijk te maken. Op deze manier kan ook fiscaal vriendelijk worden genoten van de recreatiewoning. Criteria voor het zijn van eigen woning Hebt u een recreatiewoning in eigendom, dan kan deze woning fiscaal alleen als eigen woning worden aangemerkt als deze woning voor u als zogeheten hoofdverblijf (zie hierna) dient. Daarbij is van belang dat u samen met uw (eventuele) fiscaal partner niet meer dan één hoofdverblijf kan hebben. Bezit u samen met uw partner meerdere woningen die als hoofdverblijf aangemerkt kunnen worden, dan kunt u samen in uw aangifte(n) Inkomstenbelasting kiezen welke woning als hoofdverblijf moet worden aangemerkt. Dat is in de praktijk meestal de woning waarop de grootste hypotheekrentelast rust. Eigendomseis Een woning die voor u als hoofdverblijf dient, kan als eigen woning worden aangemerkt als u juridisch of economisch eigenaar van de woning bent. U bent juridisch eigenaar van de woning als de woning bij de notaris aan u is overgedragen (geleverd). Economische eigendom is in dit kader eigenlijk niets anders dan de juridische eigendom, maar dan zonder dat de woning aan u bij de notaris juridisch is overgedragen. Bij economische eigendom geniet u de voordelen (waardestijging, gebruik) van de woning en komen de nadelen (kosten, waardedaling) van de woning voor uw rekening. De wet stelt, om te kunnen spreken van (economische) eigendom, als voorwaarde dat de waardeveranderingen van de woning voor minimaal 50% voor uw rekening zijn. U kunt uw notaris of een andere deskundige adviseur om advies vragen of u (economisch) eigenaar bent (geworden) van de woning. Hoofdverblijf Wordt aan de eigendomseis voldaan, dan kan een recreatiewoning als eigen woning worden aangemerkt als de eigenaar de woning als hoofdverblijf gebruikt. Deze situatie zal in de praktijk meer uitzondering dan regel zijn, vooral als de eigenaar de recreatiewoning als tweede woning in gebruik heeft en de rentelasten op de hoofdwoning hoger zijn dan de rentelasten op de recreatiewoning. Een keuze tussen beide woningen zal dan altijd ten gunste van de hoofdwoning uitvallen. De recreatiewoning zal dan samen met een eventuele daarvoor aangegane hypothecaire lening in box 3 als voordeel uit sparen en beleggen worden belast. Dat ongeacht of deze lening is aangegaan met als onderpand de recreatiewoning of de hoofdwoning. Wordt echter de hoofdwoning gehuurd en daarnaast een recreatiewoning gekocht, dan hoeft geen keuze tussen beide woningen te worden gemaakt als beide woningen als hoofdverblijf kunnen gelden. Op de huurwoning rust immers geen hypotheekschuld. De vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt is recent nog in de rechtspraak aan de orde geweest. Voorbeeld 1 uit de rechtspraak X heeft een recreatiewoning in eigendom en wenst dat deze recreatiewoning fiscaal als eigen woning wordt aangemerkt. X verblijft in de weekenden (van vrijdagmiddag tot zondagavond of maandagmorgen), de feestdagen, de schoolvakanties en zijn vrije dagen, in de recreatiewoning (in totaal 170 dagen per jaar). De overige (doordeweekse) dagen verblijft X vanwege zijn werk in een huurwoning. Beide woningen liggen op een enkele reisafstand van 128 km van elkaar. Visite en logees worden alleen in de recreatiewoning ontvangen. De rechter oordeelde in dit geval dat een woning kwalificeert als hoofdverblijf als het aannemelijk is dat die woning de centrale levensplaats is. Waar iemand zijn centrale levensplaats heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Daarbij is volgens de rechter doorslaggevend waar X zijn sociale leven heeft en dat is in de recreatiewoning. Dat X in de omgeving van zijn huurwoning ook boodschappen doet, daar werkt, daar naar de tandarts e.d. gaat, weegt voor de rechter minder zwaar. Opmerkelijk is dat het feit dat de recreatiewoning op grond van het bestemmingsplan niet permanent mag worden bewoond, in deze procedure geen rol heeft gespeeld. Uit deze voor X positieve uitkomst mag niet worden geconcludeerd dat een recreatiewoning relatief eenvoudig als een hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Dat is recent gebleken uit een andere uitspraak (zie hierna voorbeeld 2). Voorbeeld 2 uit de rechtspraak Y heeft twee woningen in eigendom: een recreatiewoning en een hoofdwoning. De recreatiewoning is in de jaren 2001 t/m 2014 in box 3 in aanmerking genomen. Y stond ingeschreven (in de basisregistratie personen) in de plaats van zijn hoofdwoning. De hoofdwoning heeft in het gehele jaar 2015 te koop gestaan. Daarna is de woning verkocht aan Z, die in juli 2016 eigenaar van de woning is geworden. Y heeft in zijn herziene aangiften 2015 en 2016 de hoofdwoning als een leeg te koop staande eigen woning opgegeven en de recreatiewoning als zijn hoofdverblijf bestempeld. Op grond hiervan trok hij de rente die met beide woningen verband hield, in de herziene aangiften 2015 en 2016 in box 1 (het belastbaar inkomen uit werk en woning) af. In deze procedure oordeelt de rechter dat de recreatiewoning niet het hoofdverblijf van Y is en onderbouwt dat met de volgende argumenten. 1. Y heeft nooit op het adres van de recreatiewoning ingeschreven gestaan; 2. Het is verboden de recreatiewoning permanent te bewonen (verblijf van maximaal 180 dagen per jaar is toegestaan), dit verbod wordt strikt gehandhaafd; 3. De recreatiewoning wordt ook deels aan derden verhuurd. Tegen deze argumentatie van de rechter valt echter het nodige in te brengen. Om met het laatste te beginnen: het tijdelijk verhuren van een eigen woning ontneemt volgens de wet aan de woning niet het karakter van hoofdverblijf. Het tweede argument dat permanente bewoning niet is toegestaan, zegt niets over een feitelijk oordeel of een woning iemands centrale levensplaats is (zie ook voorbeeld 1). Het eerste argument vloeit rechtstreeks voort uit het tweede argument en is daarom ook niet relevant. Samenvatting en tip Uit beide voorbeelden uit de rechtspraak komt een ander beeld naar voren hoe wordt beoordeeld of een recreatiewoning als hoofdverblijf kwalificeert of niet dan op grond van de wet zou gelden. Dat is opmerkelijk. Bij lezing van het tweede voorbeeld komt het beeld naar voren dat de rechter van mening lijkt te zijn dat de te koop staande woning in feite het hoofdverblijf was evenals dat in de jaren daarvoor het geval was, omdat Y heeft erkend dat hij om medische redenen een aantal periodes (onbekend is hoeveel dagen in totaal) in die woning heeft verbleven. Dat neemt echter niet weg dat in de uitspraak geen aandacht is besteed aan de in het eerste voorbeeld genoemde maatstaf voor de beoordeling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft, namelijk de centrale levensplaats. De rechter had in de tweede uitspraak ook kunnen overwegen dat Y niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn centrale levensplaats in de recreatiewoning had. Het valt te hopen dat de hoogste rechter zich over deze kwestie een keer uitspreekt, zodat duidelijk is wat de juiste maatstaf is bij de beoordeling of een recreatiewoning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Tip: Overweegt u met geleend geld een recreatiewoning aan te schaffen om daarvan uw feitelijke hoofdverblijf te maken, dan staat bij de huidige stand van de rechtelijke uitspraken niet vast dat de fiscus dat ook zo ziet en de renteaftrek accepteert. Overleg met de notaris of een andere adviseur die u kan helpen bij de beoordeling of de te kopen woning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt.
Meer nieuwsbrieven
Share by: