Blog Post

Zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen, wat zijn de gevolgen?

VHN Notarissen • Feb 08, 2022

Wat zijn de gevolgen ?

Dat ligt eraan: De manier waarop u als erfgenaam een nalatenschap accepteert (ook wel “aanvaarden” genoemd), bepaalt of u ook met uw eigen geld rekeningen van de overledene moet betalen. U kunt een erfenis (ook wel “nalatenschap” genoemd) verwerpen, zuiver aanvaarden of beneficiair aanvaarden.


Zuiver aanvaarden

Als u ervoor kiest een nalatenschap zuiver te aanvaarden, betekent dit dat u (samen met eventuele andere erfgenamen) alles van de overledene overneemt; al zijn bezittingen, maar ook al zijn schulden!

 

Veel erfgenamen kiezen bewust voor zuivere aanvaarding, uit respect voor de overledene. Het zuiver aanvaarden van de erfenis kan gebeuren door een verklaring van zuivere aanvaarding af te leggen. Soms ‘overkomt’ het een erfgenaam dat hij de nalatenschap onbewust zuiver aanvaardt. De wet neemt in sommige gevallen namelijk aan dat een erfgenaam de nalatenschap zuiver aanvaardt door zijn gedrag. Dit gebeurt wanneer die persoon zich in de woorden van de wet “ondubbelzinnig en zonder voorbehoud” als erfgenaam gedraagt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn door bepaalde zaken uit de nalatenschap te verkopen of door betalingen te doen uit de nalatenschap. Ook is hiervan sprake als bezittingen van de overledene worden “weggemoffeld”, waardoor schuldeisers kunnen worden benadeeld. Bijvoorbeeld door geld naar uw eigen rekening over te maken of spullen mee te nemen naar uw eigen huis. Zijn het spullen met enkel emotionele, maar geen economische waarde (waarde in geld)? Dan mag dit wel. Denk hierbij aan een fotoalbum. Schuldeisers worden daardoor niet benadeeld. Het gevolg van een zuivere aanvaarding is dat u eigenaar wordt van alle goederen van de overledene, maar u wordt daarmee ook verplicht om al zijn schulden te betalen! Dit geldt ook als de nalatenschap onvoldoende blijkt te zijn om alle schulden uit te kunnen betalen. De erfgenamen die zuiver hebben aanvaard, moeten in dat geval uit hun eigen vermogen het tekort aanvullen.

 

Let dus als erfgenaam op wat u doet vlak na het overlijden van een dierbare! Een betaling uit de nalatenschap, de verkoop van spullen of het wegnemen van spullen met een economische waarde uit de woning van de overledene, kan al tot zuivere aanvaarding leiden.

En als u snel de kamer van de overledene in een verzorgingsthuis moet ontruimen? Dan zou u ook wel eens het risico kunnen lopen te moeten opdraaien voor de schulden van de overledene die niet uit de erfenis kunnen worden betaald. De oplossing is dan dat u de spullen laat opslaan of beschrijft en vermeldt waar of bij wie ze zich nu bevinden. Het betalen van de uitvaartkosten heeft overigens niet tot gevolg dat u de nalatenschap zuiver aanvaardt.


Beneficiair aanvaarden

Als u vermoedt dat er meer schulden zijn dan uit de nalatenschap kunnen worden betaald, kun u de nalatenschap “beneficiair aanvaarden”. Dit wordt ook wel genoemd “aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving”. Dat houdt in dat u de schulden alleen hoeft te betalen voor zover die uit het vermogen van de overledene kunnen worden betaald. U hoeft dan dus niet met uw eigen geld bij te passen. Zo’n beneficiaire aanvaarding vraagt om een aantal formaliteiten. Zo moet u een verklaring bij de rechtbank afleggen en gelden allemaal wettelijke regels die moeten voorkomen dat schuldeisers – die misschien toch al hun vordering niet geheel voldaan krijgen – nog verder worden benadeeld. Als u de formaliteiten niet volgt, dan geldt als “straf” dat wordt aangenomen dat u de nalatenschap toch zuiver hebt aanvaard. Hierdoor bent u aansprakelijk met uw eigen vermogen. Voor sommige groepen erfgenamen, zoals minderjarigen, personen die onder curatele staan en mensen van wie vermogen onder bewind is gesteld, geldt dat het verplicht is om de nalatenschap voor hen beneficiair te aanvaarden.

 

Verwerpen

U kunt de nalatenschap ook weigeren. Dit wordt ook wel “verwerpen” genoemd. Net als bij de beneficiaire aanvaarding moet u voor het verwerpen van de nalatenschap een verklaring afleggen bij de rechtbank. In het geval van verwerping bent u geen erfgenaam van de overledene en bent u dat ook nooit geweest. U hebt dan geen plicht om de schulden van de overledene te betalen uit zijn vermogen, zoals bij een beneficiaire aanvaarding, of eventueel uit jouw eigen vermogen, zoals bij een zuivere aanvaarding.


Onverwachte schulden

Wat nu te doen als u zuiver hebt aanvaard en vervolgens blijkt dat er onverwachte schulden zijn?

Dan heeft u een probleem! De wet zegt dan wel dat u toch nog beneficiair kunt aanvaarden, waardoor u aansprakelijkheid met uw eigen vermogen voorkomt, maar dit kan alleen als die schulden volstrekt onverwacht zijn. Als uit brieven of andere feiten al kon blijken dat die schulden bestonden, dan zijn die schulden niet “volstrekt onverwacht”. Bovendien moet u zelf onderzoek doen en op schulden bedacht zijn.

Uit uitspraken die rechters hebben gedaan blijkt dat volstrekt onverwachte schulden eigenlijk maar heel zelden voorkomen. Vaak had de erfgenaam bij enig speurwerk wel al kunnen weten dat er bijvoorbeeld nog een belastingaanslag of iets dergelijks zou komen. Als ook maar een schijntje van vermoeden bestaat dat de schulden groter zijn dan de baten of als u ieder risico wilt voorkomen, is het advies om de erfenis beneficiair te aanvaarden. Dat brengt wellicht wel wat extra kosten en werk met zich mee, maar het kan een hoop ellende voorkomen.


Tip

Laat u adviseren door een notaris of een andere adviseur met specifieke kennis over het erfrecht over de gevolgen van het aanvaarden of verwerpen van een nalatenschap.





Aan de inhoud van dit artikel is de uiterste zorg besteed, maar door de beperkte omvang is het onmogelijk om alle facetten en gevolgen van een onderwerp te belichten: het betreft een artikel op hoofdlijnen. Voor informatie over uw specifieke situatie: neem contact met ons op!
VHN Notarissen besteedt de uiterste zorg aan de inhoud van de artikelen, maar aanvaardt geen aansprakelijkheid in geval van onvolledigheid of onjuistheid van een artikel, noch voor de gevolgen daarvan. 

Dit artikel is ontleend aan Met Recht Geregeld (www.metrechtgeregeld.nl), product van FBN Juristen.

By VHN Notarissen 08 Feb, 2022
Een bezoek aan een notaris is dan toch niet meer nodig?
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Pas op; dit kan gevolgen hebben na uw overlijden!
By VHN Notarissen 30 Dec, 2021
Via een lijfrente of liever banksparen, en wat zijn de verschillen?
By VHN Notarissen 30 Nov, 2021
Waarom een testament maken tijdens of na een echtscheidingsprocedure? 
By VHN Notarissen 16 Nov, 2021
U ontvangt een schenking. Heeft dit gevolgen voor uw huurtoeslag, zorgtoeslag of studiefinanciering?
By VHN Notarissen 04 Nov, 2021
Waar teken ik eigenlijk voor ?
By VHN Notarissen 20 Oct, 2021
Waar moet allemaal rekening mee worden gehouden?
By VHN Notarissen 05 Oct, 2021
Hoeveel mag ik belastingvrij schenken aan mijn kind en waar moet ik op letten?
By VHN-Notarissen 05 Oct, 2021
De digitale nalatenschap; hoe heeft u dit geregeld ?
By VHN Notarissen 07 Sep, 2021
Recreatiewoningen zijn steeds meer in trek. De coronacrisis heeft de belangstelling voor de recreatiewoning aangewakkerd. Dit blijkt ook uit de waardestijgingen op de recreatiewoningmarkt die mede zijn veroorzaakt doordat ook prima vanuit een recreatiewoning kan worden thuisgewerkt. Hoewel permanente bewoning van recreatiewoningen op parken bijna nooit is toegestaan, wordt in de praktijk wel degelijk in recreatiewoningen gewoond. Daarom wordt in dit artikel nader ingegaan op de vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt om aftrek van hypotheekrente mogelijk te maken. Op deze manier kan ook fiscaal vriendelijk worden genoten van de recreatiewoning. Criteria voor het zijn van eigen woning Hebt u een recreatiewoning in eigendom, dan kan deze woning fiscaal alleen als eigen woning worden aangemerkt als deze woning voor u als zogeheten hoofdverblijf (zie hierna) dient. Daarbij is van belang dat u samen met uw (eventuele) fiscaal partner niet meer dan één hoofdverblijf kan hebben. Bezit u samen met uw partner meerdere woningen die als hoofdverblijf aangemerkt kunnen worden, dan kunt u samen in uw aangifte(n) Inkomstenbelasting kiezen welke woning als hoofdverblijf moet worden aangemerkt. Dat is in de praktijk meestal de woning waarop de grootste hypotheekrentelast rust. Eigendomseis Een woning die voor u als hoofdverblijf dient, kan als eigen woning worden aangemerkt als u juridisch of economisch eigenaar van de woning bent. U bent juridisch eigenaar van de woning als de woning bij de notaris aan u is overgedragen (geleverd). Economische eigendom is in dit kader eigenlijk niets anders dan de juridische eigendom, maar dan zonder dat de woning aan u bij de notaris juridisch is overgedragen. Bij economische eigendom geniet u de voordelen (waardestijging, gebruik) van de woning en komen de nadelen (kosten, waardedaling) van de woning voor uw rekening. De wet stelt, om te kunnen spreken van (economische) eigendom, als voorwaarde dat de waardeveranderingen van de woning voor minimaal 50% voor uw rekening zijn. U kunt uw notaris of een andere deskundige adviseur om advies vragen of u (economisch) eigenaar bent (geworden) van de woning. Hoofdverblijf Wordt aan de eigendomseis voldaan, dan kan een recreatiewoning als eigen woning worden aangemerkt als de eigenaar de woning als hoofdverblijf gebruikt. Deze situatie zal in de praktijk meer uitzondering dan regel zijn, vooral als de eigenaar de recreatiewoning als tweede woning in gebruik heeft en de rentelasten op de hoofdwoning hoger zijn dan de rentelasten op de recreatiewoning. Een keuze tussen beide woningen zal dan altijd ten gunste van de hoofdwoning uitvallen. De recreatiewoning zal dan samen met een eventuele daarvoor aangegane hypothecaire lening in box 3 als voordeel uit sparen en beleggen worden belast. Dat ongeacht of deze lening is aangegaan met als onderpand de recreatiewoning of de hoofdwoning. Wordt echter de hoofdwoning gehuurd en daarnaast een recreatiewoning gekocht, dan hoeft geen keuze tussen beide woningen te worden gemaakt als beide woningen als hoofdverblijf kunnen gelden. Op de huurwoning rust immers geen hypotheekschuld. De vraag of een recreatiewoning fiscaal als eigen woning kan worden aangemerkt is recent nog in de rechtspraak aan de orde geweest. Voorbeeld 1 uit de rechtspraak X heeft een recreatiewoning in eigendom en wenst dat deze recreatiewoning fiscaal als eigen woning wordt aangemerkt. X verblijft in de weekenden (van vrijdagmiddag tot zondagavond of maandagmorgen), de feestdagen, de schoolvakanties en zijn vrije dagen, in de recreatiewoning (in totaal 170 dagen per jaar). De overige (doordeweekse) dagen verblijft X vanwege zijn werk in een huurwoning. Beide woningen liggen op een enkele reisafstand van 128 km van elkaar. Visite en logees worden alleen in de recreatiewoning ontvangen. De rechter oordeelde in dit geval dat een woning kwalificeert als hoofdverblijf als het aannemelijk is dat die woning de centrale levensplaats is. Waar iemand zijn centrale levensplaats heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Daarbij is volgens de rechter doorslaggevend waar X zijn sociale leven heeft en dat is in de recreatiewoning. Dat X in de omgeving van zijn huurwoning ook boodschappen doet, daar werkt, daar naar de tandarts e.d. gaat, weegt voor de rechter minder zwaar. Opmerkelijk is dat het feit dat de recreatiewoning op grond van het bestemmingsplan niet permanent mag worden bewoond, in deze procedure geen rol heeft gespeeld. Uit deze voor X positieve uitkomst mag niet worden geconcludeerd dat een recreatiewoning relatief eenvoudig als een hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Dat is recent gebleken uit een andere uitspraak (zie hierna voorbeeld 2). Voorbeeld 2 uit de rechtspraak Y heeft twee woningen in eigendom: een recreatiewoning en een hoofdwoning. De recreatiewoning is in de jaren 2001 t/m 2014 in box 3 in aanmerking genomen. Y stond ingeschreven (in de basisregistratie personen) in de plaats van zijn hoofdwoning. De hoofdwoning heeft in het gehele jaar 2015 te koop gestaan. Daarna is de woning verkocht aan Z, die in juli 2016 eigenaar van de woning is geworden. Y heeft in zijn herziene aangiften 2015 en 2016 de hoofdwoning als een leeg te koop staande eigen woning opgegeven en de recreatiewoning als zijn hoofdverblijf bestempeld. Op grond hiervan trok hij de rente die met beide woningen verband hield, in de herziene aangiften 2015 en 2016 in box 1 (het belastbaar inkomen uit werk en woning) af. In deze procedure oordeelt de rechter dat de recreatiewoning niet het hoofdverblijf van Y is en onderbouwt dat met de volgende argumenten. 1. Y heeft nooit op het adres van de recreatiewoning ingeschreven gestaan; 2. Het is verboden de recreatiewoning permanent te bewonen (verblijf van maximaal 180 dagen per jaar is toegestaan), dit verbod wordt strikt gehandhaafd; 3. De recreatiewoning wordt ook deels aan derden verhuurd. Tegen deze argumentatie van de rechter valt echter het nodige in te brengen. Om met het laatste te beginnen: het tijdelijk verhuren van een eigen woning ontneemt volgens de wet aan de woning niet het karakter van hoofdverblijf. Het tweede argument dat permanente bewoning niet is toegestaan, zegt niets over een feitelijk oordeel of een woning iemands centrale levensplaats is (zie ook voorbeeld 1). Het eerste argument vloeit rechtstreeks voort uit het tweede argument en is daarom ook niet relevant. Samenvatting en tip Uit beide voorbeelden uit de rechtspraak komt een ander beeld naar voren hoe wordt beoordeeld of een recreatiewoning als hoofdverblijf kwalificeert of niet dan op grond van de wet zou gelden. Dat is opmerkelijk. Bij lezing van het tweede voorbeeld komt het beeld naar voren dat de rechter van mening lijkt te zijn dat de te koop staande woning in feite het hoofdverblijf was evenals dat in de jaren daarvoor het geval was, omdat Y heeft erkend dat hij om medische redenen een aantal periodes (onbekend is hoeveel dagen in totaal) in die woning heeft verbleven. Dat neemt echter niet weg dat in de uitspraak geen aandacht is besteed aan de in het eerste voorbeeld genoemde maatstaf voor de beoordeling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft, namelijk de centrale levensplaats. De rechter had in de tweede uitspraak ook kunnen overwegen dat Y niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn centrale levensplaats in de recreatiewoning had. Het valt te hopen dat de hoogste rechter zich over deze kwestie een keer uitspreekt, zodat duidelijk is wat de juiste maatstaf is bij de beoordeling of een recreatiewoning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt. Tip: Overweegt u met geleend geld een recreatiewoning aan te schaffen om daarvan uw feitelijke hoofdverblijf te maken, dan staat bij de huidige stand van de rechtelijke uitspraken niet vast dat de fiscus dat ook zo ziet en de renteaftrek accepteert. Overleg met de notaris of een andere adviseur die u kan helpen bij de beoordeling of de te kopen woning als hoofdverblijf kan worden aangemerkt.
Meer nieuwsbrieven
Share by: